de kilsdonkse molen
molenaar ad van lamoen
Hij was een jaar of twintig toen Ad voor het eerst kennismaakte met de Kilsdonkse Molen. Toentertijd niet meer dan een molenstomp en een maalderij in het gebouw van de oliemolen. Toch maakte het restant van wat ooit een joekel van een molen was diepe indruk. Prachtig gelegen aan het water van de Wiel. Die fascinatie is eigenlijk nooit meer weggegaan. Toen Ad tien jaar geleden met pensioen ging en hoorde dat de Kilsdonkse Molen gerestaureerd ging worden, keek niemand dan ook op van Ad’s nieuwe baan als molenaar. Ad: ‘Bezoekers staan vaak met open mond te kijken.’
‘De Kilsdonkse Molen is niet zomaar een molen’, vertelt Ad. ‘Het is een kruising tussen een windmolen en een watermolen. De molen kan dus zowel door wind als door water aangedreven worden en dat is heel bijzonder. Het wordt ook wel een watervluchtmolen genoemd. Wist je dat de Kilsdonkse Molen de enige overgebleven watervluchtmolen in heel Nederland is? Dat maakt ’m zo uniek. Maar het scheelde niet veel of de Kilsdonkse Molen was er ook niet meer geweest. Gelukkig is de molen in 2008 gerestaureerd. Sindsdien draait-ie weer en wordt er volop graan gemalen en olie geperst. We ontvangen meer dan twintigduizend bezoekers per jaar. Het is toeristische trekpleister van jewelste.’
“ sinds 2017 is het ambacht van molenaar immaterieel cultureel erfgoed. daar ben ik trots op. ”
Ad van Lamoen over passie en VAK-man-schap
Kippenvel
De molen is iedere zaterdag in bedrijf. Ad is op die dagen meestal met drie molenaars aan het werk. ‘Eerst kijken we wat er precies moet gebeuren. Heeft de bakker tarwe of spelt nodig, of hebben we genoeg noten om olie van te maken? Daarna beslissen we of we op water of op wind gaan draaien. De oliemolen draait doorgaans op waterkracht, de korenmolen op windkracht. Maar het kan ook andersom. Zo stond er afgelopen zaterdag te weinig wind en draaiden we de korenmolen op water. Als we weten hoe we gaan draaien, kijken we de molen na en zetten we de wieken op de wind. Ook moeten we, afhankelijk van de wind, de zeilen voorleggen. Als de molen maal- en draaivaardig is, kunnen we beginnen. Op zaterdagen draait de molen van tien tot vier uur. Nog steeds krijg ik kippenvel als de molen langzaam op gang komt. Je staat toch midden in een machine te werken, zonder noodstop. Dat betekent dat je heel alert moet blijven en over al je handelingen na moet denken. Naast de vaste zaterdag, draait de molen ook iedere laatste zondag van de maand. Hij is dan niet in bedrijf, maar draait alleen. Dat ziet er leuk uit en trekt extra publiek. Bij speciale gelegenheden zoals Molendagen en Open Monumentendag is de molen ook open voor publiek.’
Notenolie
Gaan de molenaars de oliemolen gebruiken, dan moet eerst de vuister (een soort kachel) warm gestookt worden. Vanaf een uur of elf begint het echte olie slaan. ‘Dat is echt fantastisch om te zien. Als er genoeg mensen zijn, geven we een rondleiding en vertellen we over het proces. Omdat we niet het hele jaar door genoeg noten hebben, kunnen we geen grote olieproductie draaien. We doen het vooral om te laten zien hoe het gedaan wordt. Wat we aan walnoot-, lijn- en koolzaadolie maken is mooi meegenomen, maar het is niet de hoofdmoot. Het gaat vooral om een stukje educatie, mensen het ambacht te laten zien en vertellen hoe het er vroeger aan toe ging. De olie die we maken is in de molenwinkel te koop. Net als het meel dat we malen. Daar kunnen mensen dan zelf brood van bakken. We leveren ook meel aan bakkers uit de buurt, zoals Bakkerij Dommernik en Bakkerij Lamers.’
Vind het SCHAP



“ je moet het ervaren, natuurgeweld is onbeschrijfelijk ”